“One man’s trash is another man’s castle”

5 jun 2018

Op 23 juni 2014 stond op de website van Neimed een blog van mijn hand onder de titel “Flexibiliteit in de woningbouw: onmogelijkheid of realiteit?”.
Hoewel ik niet ontkom aan de indruk dat dit stukje tekst niet heeft geleid tot grote of grootse nieuwe ontwikkelingen in de sociale woningbouw in herstructureringsregio’s, wil ik nog eens een poging ondernemen. Mogelijk tegen beter weten in, maar het zou zomaar zo kunnen zijn dat bewegende gebouwen leiden tot beweging in de bouw.

Illustratie: www.plasticbottlevillage-theline.com/Bij bewegende gebouwen komen na de periode waarin mijnschades in Limburg aan de orde van de dag waren, nu de beelden boven van de aardbevingen en de schade die daardoor ontstaat. Het terugdringen van het gebruik van het Groninger gas is een van de prominente beleidsdoelen van het huidige kabinet. Over zin en onzin in relatie tot de soms zeer heftige beweging van de bodem in dat gebied wordt veel gezegd en geschreven. Waar relatief weinig over wordt gezegd of geschreven - of ik heb dat gewoon niet meegekregen - is over wat in goede beleidstaal “flankerend beleid” wordt genoemd.

Investeren in een verantwoorde afbouw van het gasgebruik betekent ook investeren in technieken die het verminderde verbruik als het ware “compenseren”: verbeterde isolatietechnieken en methoden, energiewinning uit bodemwarmte, zonne- en windenergie en andere nieuwe of vernieuwende technieken.

Die energietransitie zou ook een heel goede aanleiding kunnen zijn om de wereld van het bouwen in beweging te brengen. Van onroerend goed naar “roerend goed” dus.

In Nederlandse tuinen zien we, als variant op de in de jaren zeventig van de vorige eeuw populaire spoorbiels, steeds meer steenkorven verschijnen. Betonijzeren constructies, gevuld met zwerfkeien, basaltblokken of ander grof materiaal. De gevulde korven worden gebruikt om het eigen stukje wereld af te scheiden van de rest van de wereld.

Van een heel andere orde is het afvalprobleem. Vooral de problematiek van de nauwelijks tot niet afbreekbare plastics vormt een van de grootste bedreigingen voor het milieu. Het materiaal breekt niet af en zorgt voor een groeiende afvalberg op land en een enorme plasticsoep in de oceanen. Die verontrustende ontwikkeling is zó sterk, dat rond 2050 er meer plastic voorwerpen in zeeën en oceanen rond ”zwemmen” dan vissen. Om nog maar niet te spreken over plastics die ín de vis terug te vinden zijn.

Illustratie: www.plasticbottlevillage-theline.com/Robert Bezeau, een Canadees uit Montreal, brengt op het Panamese eiland Bocas Del Toro de steenkorven en de enorme bergen PET-flessen die hij daar aantrof, in één product samen. Daarmee creëert hij samen met de mensen van daar een nieuwe vorm van bouwen. Hij kwam op het idee om het “plastic bottle village” te bouwen: elementen van met plastic flessen gevulde steenkorven, aan elkaar gemonteerd tot een woning. Hoe simpel kun je het maken? Maar wel verbluffend qua eenvoud en effect.

Deze manier van bouwen heeft als bijkomende, maar ook in Groningen heel belangrijke, eigenschap dat de op deze manier gebouwde woningen heel goed bestand zijn tegen aardbevingen. En mochten in Groningen als gevolg van de vele bevingen de dijken breken, dan is het ook fijn te weten, dat deze muren kunnen drijven! En voor wat betreft het energieverbruik is deze bouwwijze ook heel interessant voor “Groningen”: De wanden hebben een zeer hoog isolerend vermogen en beperken in de winter het energieverbruik voor verwarming en in de zomer bespaart het een airconditioner.

Hoewel Groningen prominent in dit stukje voorkomt, is deze bouwtechniek niet exclusief voor Groningen geschikt. De Randstad ligt immers ook onder zeeniveau en zou zomaar kunnen verworden tot Randmeer.

Welke overheid durft het aan om een architect, hogeschool of projectontwikkelaar de opdracht te geven een prototype in Nederland neer te zetten? En ja hoor! In Enschede heeft men een hoopvol begin gemaakt door de realisatie van een paviljoen in het Robson Park dat op 24 mei 2013 werd geopend. Architectonische inspirator voor het paviljoen was Ludwich Mies van der Rohe. Het paviljoen is of wordt nu ontmanteld om plaats te maken voor woningen. Verwaarloosbaar kleine kans dat de voor het paviljoen gebruikte PET-flessen worden hergebruikt in deze woningen. Jammer…

"Changing the World, without changing the Earth" hoeft niet zo moeilijk te zijn.

Bronnen van inspiratie:

Naar blog overzicht